De Sacramenten

Volgens de leer van de Rooms-Katholieke Kerk zijn sacramenten heilige handelingen of rituelen, ingesteld door Jezus Christus, die de genade van God op een bijzondere manier doorgeven aan de gelovigen. Ze zijn zichtbare tekenen van een onzichtbare goddelijke werkelijkheid en dienen om de gelovige te heiligen, te versterken in het geloof en de band met God en de gemeenschap te verdiepen.

De Katholieke Kerk kent zeven sacramenten, die in drie categorieën worden onderverdeeld:

1. Sacramenten van initiatie (inwijding in het christelijk leven):
   • Doopsel: Reinigt van de erfzonde, maakt iemand christen en lid van de Kerk.
   • Vormsel: Versterkt de gedoopte met de Heilige Geest voor een volwassen geloofsleven.
   • Eucharistie: Het ontvangen van het Lichaam en Bloed van Christus in de Heilige Mis, als spiritueel voedsel en viering van Christus’ offer.
2. Sacramenten van genezing:
   • Biecht (Boete en Verzoening): Schenkt vergeving van zonden na berouw en belijdenis.
   • Ziekenzalving: Biedt spirituele en soms lichamelijke genezing aan zieken of stervenden.
3. Sacramenten van roeping en dienst:
   • Huwelijk: Verbindt man en vrouw in een heilige, levenslange verbintenis.
   • Wijding: Stelt bisschoppen, priesters en diakens aan voor de dienst aan de Kerk.

Volgens de katholieke leer werken sacramenten ex opere operato, wat betekent dat hun werking afhankelijk is van Gods genade en de juiste uitvoering van het ritueel, niet van de persoonlijke heiligheid van de bedienaar of ontvanger. Wel is de vruchtbaarheid van een sacrament mede afhankelijk van de innerlijke gesteldheid van de ontvanger, zoals geloof en berouw.